Brandstapelgekte
Geslagen was de heks d'r laatste uurtje.
De stapel hout, waarop ze stond, moest branden.
Een lucifer bleek echter niet voorhanden
en daarom vroeg de beul 'r om een vuurtje.
Ze zei: 'Helaas, ik ben gestopt met roken.
Wat naar, dat jij je werk nu niet kunt doen.'
Ter compensatie gaf ze hem een zoen.
De beul, die bloosde, bleef van vuur verstoken.
De ramptoeristen werden ongeduldig,
doordat het leedvermaak hun werd onthouden.
De beul was in hun ogen onzorgvuldig.
Toch zagen zij een aangestoken vrouw.
De uitgejouwde beul was snipverkouden
en daardoor vatte zij geen vlam, maar kou.
Geplaatst in de categorie: lightverse