Brood en vis
Naargeestig schreeuwen meeuwen in de mist
Het doet mij huiverend naar zon verlangen
Al wekenlang is de rivier gevangen
En ligt mijn woonboot star in ijs gekist
Wanneer de mist door wind wordt weggewist
Zie ik de watervogels onbevangen
Bij honderden rondom mijn arkje hangen
Zij wachten stil er wordt geen plaats betwist
Ik voer hen vis, strooi graankorrels en brood
Zij weten al dat ik hen kom bedelen
En dringen om mij heen van klein tot groot
Ze zijn zo tam dat ik ze zelfs kan strelen
Dit is geluk - ik kan het niet verhelen
Als ik een god was ging geen vogel dood
Geplaatst in de categorie: jaargetijden