Klassiek kamperen
Klam is de slaapzak en kil,
spierpijn van schedel tot bil.
Jupiter slingert zijn schicht:
donder en bliksem en licht;
Pluvius, incontinent,
watert precies op mijn tent;
Aeolus’ giftige winden
weten me feilloos te vinden;
Venus, zo kuis als de maan,
wakkert mijn lusten niet aan;
Bacchus schonk wijn noch genoegen:
dicht waren knijpjes en kroegen;
Thialf, de god van de kou,
toont me zijn ijzige klauw;
enige bijstand verlenen
Muzen noch Pallas Athene;
Morpheus heeft denkelijk vrij:
sluimeren is er niet bij.
God aller goden, o Zeus,
haal uw collega’s naar huis!
Eerder verkies ik de hel
van een vijfsterrenhotel,
dan dat ik ooit nog een uur
slaap in de vrije natuur.
Inzender: K. Kwebbel, 31 januari 2005
Geplaatst in de categorie: lightverse