inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 7.082):

Bouwen op een krijtrots

De schapenwei die boven zee hangt
Als op een dienblad aangereikt
Lijkt met een taartmes afgesneden
(Maar dan door een dronken hand)
Een geblutste flank van gebroken wit
Met aan de voet een keistrand
Omspoeld door armen van schuim
Die zich rond en vol vertakken

Daar aan de rand van het azuur
Bouwen we een lemen hut
Een open wand van glas

Het kinderbed past in de hoek
Zoals de troon in een spiegelzaal

De zoon sputtert wat tegen
Als het dons klaar ligt
Om hem in te pakken
Een voorjaarsgeschenk voor morgenvroeg

Door een kier gluurt hij naar de schemer
Onze tuin lijkt over te vloeien naar het dorp

Speekselvlokjes op zijn onderlip
De schapen schuiven weg
En hij telt af tot twee en zinkt

In een ooghoek ontglipt hem
Het groen dat in gelaagde tinten dichtkantelt

Zo vergaten wij te vroeg hoe hij groeit

De romp in de breedte
De wortel in de diepte
De dij in de lengte
Zijn taal in de ruimte

Zo ontwaakt hij dan, een beetje hondsblij
Door iets van niets geboeid
Bijvoorbeeld een gevangen bij

Schrijver: Wim Veen, 28 april 2005


Geplaatst in de categorie: kinderen

3.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 930

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)