inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 7.347):

Fado

Zij kermt aan haar keten
De schakels van roest
Als een hond in zijn hok
En sleept de zonde mee
Het struikelblok

Met geheven kin hurkt ze in slijk

Zweren op de dij
Een vernestelde lok
Ze huilt en huivert blij

Zij wil los

De huig is een gloeiende klepel
De stem een windorgel in het deurgat
Pulp en zaagsel kleven aan de tong

Zij zingt met opzet vals

Maar dan stroopt ze het vel
Ademt ruim, de ruis dooft
Wuift de leeuwentemmer uit
In zijn eigen nat gaar gestoofd

Nu ligt ze naakt in een duinpan
Sluipschutters achter helmgras

Haar lied is sprankelend grijs

Schrijver: Wim Veen, 26 mei 2005


Geplaatst in de categorie: vrouwen

3.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 835

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)