huisslaaf
haar stofvod vlot over de spijlen van het bed
het kleffe hout, de boord van de kleerkast
ze wist de duimafdruk van de spiegel
slaat geen muffe spleet, geen hoek over
zij sluipt nederig op teenkussens
maar het parket kraakt
ze luistert naar de knagende worm
genesteld in een gang in de schoorsteenmantel
ze hinkt binnen de voegen van de tegels
een oud, bijna vergeten kinderspel
de bezem veegt de ribbels van de rubberzolen
met een blos, haar kruin gebogen als een kelk
wijkt ze voor de lijzige stem
voor een klerk op rust die huizen melkt
nog altijd, in de wieg van deze eeuw
schaaft de slaaf zijn knieën
en gaapt de meester
bladerend door een vergeelde krant
Geplaatst in de categorie: vrouwen