BOVEN HET MAAIVELD
Een kleine knuist, een rode plastic molen
Tot hoge snelheid door de wind gemaand
Lang heb ik me in verlorenheid gewaand
In Niemandsland, in duizendjarig dolen
De losse vlinders, onderweg gestolen
Maakten dat ik getemd leek en meegaand
Me in het maaiveld bukte, bang, betraand
Woede en trots en macht en moed verholen
Slaand met een vangnet, zonder resultaat
Tot op de dag dat ik fier en verlost
Terwijl de zomer zich in mei verstopte
Met jou en met je molen over straat
Van narigheid bevrijd, mooi uitgedost
Een strandbal vrolijk in mijn reisdoel kopte
Geplaatst in de categorie: literatuur