Verassing
Lucht ijlt lijkblauwe slachtoffers
drukt met forse klachten de rouwenden
de kop in
rukt het zweet met tuiten uit. Van de geëpileerde
wereld blijven ingebakken kraaienpootjes
over een oog dat niet meer sluiten kan.
Bladeren schrapen radeloos
aan de wind-
stilte, hangen opgehangen
in hetzelfde schuitje
uitgeperste vuurcocktail.
Barbestelling valt verenzwevig in een
diepe zwijm, als het ware
menu de zware kost tentoonspreidt.
Helemaal onderaan de kaart bengelt in
zonnezin een puur kristal, snoert
en snokt de ketting rond de aarde angstvallig
aan. Wat zou haar rijzend zweet toch zwaar
verkrampen als zij zelf nog voor de herfst
valt?
Draaitoltuimelende zon krult krolt kris
kras rond verhakseld stro, rafelt het
uit als hongerige klimop.
De muziek staat absurd luid.
Och arme ach
de oortjes van de lente zijn
anders in de winter
ook verloren.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden