Hysteria
Zwaarbebaarde knotwilg leunt houtskolig
op zijn laatste poten. De winter schrapt
en schraapt zijn fraaie franje weg. Georchestreerde
chaos. Een blad wringt een ander
dwingt een ander uit zijn getormenteerde knoop.
Ze willen blijven.
Flits
Criminele hoop. Ze laten los vallen als
een kometenregen maar dan wel beleefd
aan u de eer, collega,
ik dring aan.
Ze waaieren weg, de stroming op
naar het zuiden
onze vrijheid woedt welig en tiert volop
op naar het zuiden
onze vrijheid onze val onze
trots op naar de koele verdoemenis.
Hij blijft alleen achter
niet alleen
zoals in een rij onmondige lotgenoten
rood aangelopen van schaamte en kou
daar staan ze voor uitgekleed, te kijk,
voor schut,
maar vooral als in een bos
waar elke andere boom onvindbaar is
en je uitgestorte grimas eindeloos
weergalmt op eeuwenoude doofheid
en dat je dan merkt
dat de laatste vogel
nu pas
is gaan vliegen.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden