En dan is niets meer
Zand vloeit weg.
En dan is niets meer;
geen koude huid of
roestpulver van je ring.
Ik adem niet
de steen of ergens anders
het warm van iemand,
kleurloos van wind gevangen
vertrouw ik kloppend bloed
aan je hals.
Het ware kind in liefde
opgegroeid huivert als
mijn meesters aanslag
van hervonden letters
op de kille zerken krabben
onder elke voetstap die je zet.
Langs het valse licht van avond
benoem ik het beminde:
huidkou
roestpulver.
Gevallen borelingen
zweven onder water.
Geplaatst in de categorie: kinderen