Mes der tongen
Dubbelzinnig snijdt het mes der tongen.
Opgelikte verlokkingen, zinderende golven,
liederlijke wapenen beloeren mijn kamp en wie
rijzen er niet, drakenrijders van de taal, uit
over het inzicht, de bergtop van een ander
tot de afgedwongen zonneschijn van eigen gelijk?
Eén woord en blokkendozen stuiken,
struikelen tot scherven, duikelen aan diggelen
en ankeren hun hartsuitstorting stevig
wij zijn de grens
en doen dat aan een flakkerend draadje
en doen dat onvoorwaardelijk.
Tot ook de tijd verlengt
rekt tot een vlijmwiekende wind
onze beenderen bedremmelt,
onze dronken kelen verdringt, verdrinkt,
en spreekt.
Geplaatst in de categorie: taal