Herfstgloed in sonnet
koppig lang hebben de statige bomen
hun groene bladerdek vastgehouden
alsof ze zelf een beetje sterven zouden
wanneer hun dekmantel werd afgenomen
zonnestralen verkleuren zonder schromen
de blaad’ren naar een zachte geelgouden
gloed die nog even kan worden behouden
tot rijp de randen langzaam zal omzomen
maar slechts na twee nachten vorst aan de grond
ontsteekt de herfst enthousiast zijn vreugdevuur
en dwarrelt het goudgele blad al knisperend rond
deze vertekende warmteschijn van de natuur
schildert met verve de komst van het koude front
met opgloeiende vonkjes tegen ‘t koele lazuur
Geplaatst in de categorie: jaargetijden