Dageraad
Oh hemels kind, zo schoon en puur
je ogen stralen sterrenpracht
in helder licht, zo wit en zacht
je blikken zijn vol vuur
Vertel me toch, in welk wit licht
jouw ogen zijn geboren
Wat doet de hoop weer gloren
in mijn bittere gezicht
Vraag het niet de jongeling
maar gun het zijn ontwaken
Laat de tederheid je raken
van het kind dat harmonie beleeft
als de merel haar obade geeft
Op dat moment, alleen en dan
leert men hoe men hopen kan
Oh merel, iedere ochtend weer
als ik uw zalig lied ontvang
in zilverschone morgenzang
droom ik dromen van weleer
Welk lied brengt toch uw toverstem
deze tranen op mijn wangen
van een onbestemd verlangen
naar een tijd die ik niet ken
Vraag het niet het mereltje
je maakt het dier nog bang
Luister naar de morgenzang
van de merel die haar vreugde deelt
als de zon haar tere vleugels streelt
Op dat moment, alleen en dan
leert men hoe men dromen kan
Oh lentezon, uw gouden hand
strooit sierlijk licht over de aarde
van een ongekende waarde
U roept het leven uit het zand
Zeg mij zon wat in uw handen
eeuwig de bloemen bloeien laat
Uw warmte brengt mijn hart in staat
in passie te ontbranden
Vraag het niet de zon, mijn vrind
niet de merel, niet het sterrenkind
Want al wat bloeit, wat zingt en schijnt
wat de merel boeit, waar het kind naar kijkt
het moment waarop iets nieuws ontstaat
is het stille antwoord van de dageraad
Wie door haar schoonheid wordt gedreven,
kent de waarde van het leven.
Zie ook: http://standbyme.web-log.nl
Schrijver: Meneer Dubbeldam, 5 december 2007
Geplaatst in de categorie: natuur