engels gras
Tussen Maasland en De Lier ligt een veldje zo klein.
Dat weet geen mens, dat is alleen maar van mij.
Ik verwarm daar mijn lichaam in het prille zomerlicht.
De wereld gaat open mijn ogen gaan dicht.
(engels gras, engels gras
hoe groen ik was,
engels gras geeft mijn leven kleur
eens was alles grauw en besloten
maar mijn hart is nu een open deur)
Mijn kleren verwaaien los in de wind.
Naakt als die wind -weet ik- dat niemand mij vind.
Hooguit een merel of een mus in de heg.
Er was ooit iemand maar ik sluimer al weg.
Geplaatst in de categorie: vrijheid