Nacht en Ontij
Aan de zee nog wil ik vragen
wat zij die nacht heeft gezien
toen het jammerlijke klagen
de zee niet meer kon dragen
en de zwartgesponnen kragen
zich vergrepen bij kracht tien
Waar de vogels zijn gaan zingen
in het allereerste uur
toen het licht zich liet verdringen
door afzichtelijke kringen
die de zon deden omringen
met het allerzeerste zuur
Waar de mensen zijn gebleven
in die allerkoudste nacht
toen de aarde zich deed beven
over al het hemels leven
dat met waanzin werd verdreven
door de allerstoutste kracht
Aan de zee nog wil ik vragen
wat zij die nacht heeft gehoord
toen het vuur met woeste vlagen
door de duivel werd gedragen
maar de zee liet zich niet dagen
want ze golfde langzaam voort
Zie ook: http://www.stromangedichten.blogspot.com
Schrijver: jan haak, 4 juni 2008
Geplaatst in de categorie: rampen