Voorbij
Weer loop ik door dit grote huis
nu verworden tot een stille kluis.
Mijn voetstappen verdwijnen
welhaast peilloos diep, langs
stille kamers en dode gangen.
Eens was dit huis een bron van licht
het zoete leven..waar kinderen
draafden door marmeren gangen vol
tomeloze energie en rode wangen.
Zij zijn inmiddels van mij weggedreven
en uitgezworven over alle landen met
slechts zo nu en dan een kaart..
Het maakt dat dit schrale leven, zonder
jou en zonder hen, uiteindelijk geworden
is als die eenzame, gedoofde haard.
Geplaatst in de categorie: emoties