De vreemdeling
Toen op een dag een vreemdeling heel frank en vrij
flaneerde in de kleine stad der mooie mensen,
met haar intriges, spiegels en haar gaanderij,
haar tempels om de duivel Tijd in te verwensen,
keek, druk met mooi-zijn, niemand naar dat wezen om
(men liet om het bestaan der stad te doen voortduren,
voor de vergane schoonheid, die vertrekken kon,
soms nieuwe mooie mensen toe binnen de muren).
Maar plots ontwaarde al dat fraais verstomd de vreemde.
Men zag de kromme benen, de misvormde armen,
’t gezicht dat naar een dreigend dodenmasker zweemde.
Demonisch lelijk, toonde hij geen spat erbarmen.
Zie ook: http://www.daidallein.nl
Schrijver: Leo van der Sterren, 6 september 2008
Geplaatst in de categorie: algemeen