De vrome vrouw en de kleuter
Onbegrepen aanvallen op hem in
z’n jeugd trekken diepe sporen
in z‘n brein; neemt ze mee naar
volwassenheid waar op afstand
de gebeurtenissen in een groter
verband te beoordelen zijn
Wat moet dat joch hier, vraagt de
vrome vrouw onder het schilderij
van Christus aan het avondmaal;
in haar blik leest hij dat zij een
kind ziet van gescheiden en niet
kerkse ouders, een bastaard;
onuitwisbaar wordt de dreiging in
z’n ziel geëtst naast eerdere
voorvallen van dezelfde aard
Ongeneeslijk ziek verkiest ze
tot kerk’s verbazing kwakzalvers
boven Gods zalvende handen; de
kleuter van weleer verbaast het
niet, hij bedankt voor de hemel
mocht zij erin belanden
Inzender: Janneke Koster Baas, 3 oktober 2008
Geplaatst in de categorie: psychologie