De kudde en de wolven
Grazers maken vlees in een dagtaak
wolven stelen het in tiende der tijd
en tijd over voor leer en vermaak;
sinds oudheid is de wereld ondenkbaar
zonder slaven, ze heten nu werknemers
en mogen zelf hun meester bepalen.
Het volk produceert, en de roofmens
vult z’n zakken, het volk mag elk jaar
vechten om een paar procenten;
stop de graaiers en de korte werkweek
-summum van welvaart- wordt haalbaar.
Elke generatie kent onbehagen door
ongelijkheid, de mens met z’n natuur
sterker dan goede wil herhaalt fouten;
na een revolte glijdt de nieuwe macht
weer in oude beddingen.
Ongelijkheid stoppen, met behoud van
de drijvende oerkracht van eerzucht;
kwaad bestaat omdat men het toelaat
het goede -de grootste macht- door
individualisme versnipperd is geraakt.
Inzender: Janneke Koster Baas, 11 oktober 2008
Geplaatst in de categorie: maatschappij