Van A naar B
Op een late avond fiets ik door de regen
Van lamp naar lamp langs een verlaten pad
– watersluiers in het lantaarnlicht
bolle druppels lenzen op m’n brillenglazen
het asfalt glimmend zwart en glad –
Gestaag op weg. De dynamo snort zacht,
Spint z’n kop behaaglijk tegen ‘t wiel.
Fietsen, drie kwartier,
Door wind, soms door regen.
Afzien, iedere spier,
Je komt jezelf tegen.
Je gedachten zijn je wielen altijd voor,
Je hersens en je benen malen door.
Plots schiet ik wakker, een auto schiet
Gierend tuterend rakelings langs me heen –
Een scheut door merg en been.
Een scherpe steen, m’n band is lek.
Straaltjes rillen in m’n nek…
M’n licht is stuk, ik lijk wel gek.
Dan maar lopen, niemand ziet ‘t.
Geplaatst in de categorie: verkeer