Met uitzicht op de zee
Zichzelf op poten zetten, met alleen een tafelblad
En wat servetten waar hij op schreef:
‘Geloven was voornamelijk: blijf, nog even…bleef.’
Het viel niet mee, die vele beetjes naar de zee.
In vingerhoedjes van plezier, met waterdruppels op een pier
Win-win synergetisch rekenen als 1 + 2 was 4.
Als schrijven was schrappen, dan was typen weigeren op te slaan.
Tegen wil en stank voor dank, wie schoof het brood nu op de plank?
Bidden voor hetgeen je kreeg: ‘bedank de Here, dank’.
Op een ruitjesdeken sloot hij ogenlang zijn weken.
Of had dit andersom gemogen:‘Wekenlang zijn ogen’
Mijmer zinnen toch eens af! Spreek niet als een open graf!
Hersenspinnen draaiden draf, loefden, haakten, sloven, sleten,
Knarsten, knoopten, knipten kaf, om kadavers te vergeten.
Bergwaarts braken beetjes brein, doorkliefden graag zijn lach.
‘Haakse slijpers meanderden uit de bocht’, was dit nu wat hij zocht?
Hij stopte met kijken naar deze ijle lucht. Weldra zou hij bodem vinden na een lange vlucht.
En land om te veranderen.
Zie ook: http://www.everyoneweb.com/zwali
Schrijver: Jeroen Zwaal, 27 april 2009
Geplaatst in de categorie: ziekte