Tempelkinderen
in het stokoude tempelbos wonen vreemde wezens
ze dragen baarden van een meter en hun haren los
slofjes van kringloopbladeren en aan een biezen band
slingert het hardstenen amulet van de albatros
de vrouwen zijn er rondborstig en aanbidden aqua
hun watergodin die opstijgt uit een mosgroene wolk
boven het borrelend zwavelmeer tussen de rotsen
van het stormgebergte waar westenwind nog immer zingt
over vogels die kinderen droegen naar hun nesten
in het kreupelgebied waar vrouwenharen en veren
werden verweven tot een samenzweerderig verbond
tussen de albatros en alle broedende vrouwen
die vogelkinderhandjes vulden met zilverwit zand
zodat zij in dit nevelland overleven zouden
Geplaatst in de categorie: psychologie