inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 29.043):

Antifoon

Nog hoor ik soms jouw woorden
in het cryptisch uur van de nacht
als zwak nalichtende sporen
aan het flonkerend firmament.
Wij trekken parallele voren
door de ruimte, door de tijd
langs evenwijdige lijnen
door de diepten der oneindigheid.

Ik waad nu door de stilte
die kwam toen jij verdween.
Jij drukte jouw evenbeeld in mij af,
spande met mij samen
in het holst van de nacht.

Steels heb jij jouw sporen
diep in mijn gemoed gedreven.
Verlos mij daarom van de pijn
waarmee ik mijzelf verwond
op zoek naar jouw evenbeeld
dat in mijzelf verging.

De stilte is binnen deze muren verankerd
en breidt zijn armen naar de ruimte uit.
Het leeg vertrek waarin ik woon
is het grondstation waarin ik troon,
en sterrenlicht uit voorbije aeonen
verzamel ik in dit brandend heden.

Mijn laatste woorden stamel ik
binnen de kantlijnen van dit gedicht:
vanuit de taaldomeinen waarin ik woon
zing ik zacht mijn antifoon:

Totdat de ziel van onze woorden wederkeert
werp ik een baken in de zee van tijd
dat uit de tal van tekens uit oneindigheid
slechts jouw bewegen registreert.

Wat komen moest en wat verloren ging,
elk spreken kent zijn vastgesteld traject:
het woord bepaalt de vorm van ieder ding -
slechts dat, wat na het spreken overblijft, is echt.

Schrijver: Hendrik Klaassens, 16 november 2009


Geplaatst in de categorie: verdriet

3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 361

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)