Leepoleed
De leepo loopt te lanterfanten
(dat dendert wel aan alle kanten)
omhoog, omlaag, en dubbelvouwen;
schuin vooruit en in de touwen.
De avond begint al snel te vallen
(de leepo zit nu stil te lallen)
somber loenst het glaasje bier;
het is en blijft een lelijk dier.
De leepo liedert leeg naar huis
(het grient en graait voortdurend gruis)
de klamte kladdert eromheen;
het is nog helemaal alleen.
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid