WEERSPANNIG
En nu de steen is weggerold
Ziet zij ze staan in de spelonk
De vele vaten die hij dronk
En die hem hebben uitgehold
Nadat zij hem de huid vol schold
Omdat de goddelijke vonk
Niet langer in zijn ogen blonk
Heeft zij in windsels zich gerold
Verwijt zij hem de wilgentakken
Waaraan hij het tuinieren hing
Nu heeft hij dronkemansverdriet
Wil ongezuurde broden bakken
Een uittocht uit neerwaartse kring
En eindeloos woestijngebied
Hij hoopt op wederopstanding
Zij geeft hem nog geen voetwassing
Zie ook: http://members.chello.nl/j.vrolijk2/index.htm
Schrijver: Anneke Haasnoot, 3 april 2010
Geplaatst in de categorie: literatuur