De Grote Slag
Wie weet er nog hoe het begon?
Iemand die er niet tegen kon,
voor wie het klonk als een kanon,
die slapen moest op mogadon.
Hij kocht een heteluchtballon
en zweefde naar de noorderzon.
Dat was de schuld van ’t carillon,
het carillon, het carillon.
Ooit sliep men als een blok beton:
van Grote Kerk tot aan ’t station,
geen Weesper die niet slapen kon.
Dat gold voor Karel, Til en Ton
en voor zijn tante Marion,
die al haar kwalen zelf verzon,
maar dol was op het carillon,
het carillon, het carillon.
Wie tegen is kent geen pardon
met minnaars van het carillon.
Misschien wordt dat nog eens de bron
van een heel bloed’rig feuilleton,
dat telkens weer opnieuw begon:
de Grote Slag die niemand won,
de slag om ’t Weesper carillon,
het carillon, het carillon.
Geplaatst in de categorie: lightverse