Hangen, zitten, staan en liggen
Kees' enige hobby was hangen.
Naar poen kon-ie hevig verlangen.
Als hangjongen hing-ie
de beest uit en ging-ie
aan 't jatten. Nu zit-ie. Gevangen.
Een jaar zat-ie piepers te jassen.
Een pisbak kreeg hij om te plassen
en ook voor z'n kak,
maar een ligbad ontbrak:
in een zitbad moest Kees zich toen wassen.
(De tijd doet z'n werk, want die staat
nimmer stil en heelt wonden probaat.)
Nog één nachtje pitten!
Toen stopte het zitten.
De dag erna stond-ie. Op straat.
Het kostte een jaar van z'n leven.
Hij trachtte er zin aan te geven
en dacht: 'Het wordt tijd
voor een lekkere meid.'
- En het is niet bij denken gebleven.
Al spoedig ontmoette hij Sjaan.
Het werd hangen en liggen en staan:
hij hing aan d'r lippen,
ze lagen te wippen
en stonden elkander wel aan.
Ze lagen elkander nog steeds
en trouwplannen hadden ze reeds.
Hij nam Sjaan in de boot,
waar ze zéér van genoot
en hun huw'lijksboot voer naar de States.
Hun kamer blonk uit in perfectie.
De bruid eveneens: ze was sexy.
Vrijwillig was zij:
ze ontkleedde zich blij
en verlangde al naar z'n erectie.
Ze wou soixante-neuf en ze hapte,
maar baalde vanwege z'n slapte:
hij hing aan d'r lippen.
Ze konden niet wippen,
zodat z' er ten slotte mee kapten.
Geen reden was dit tot verblijding.
Hij bracht 'r niet meer in verleiding.
Ze zag 'm niet zitten
en stond maar te vitten.
Ze lagen al spoedig in scheiding.
Geplaatst in de categorie: limerick