lijken uit de kast (duogedicht)
ze tilden zichzelf uit bed
met gestrekte benen
iedere morgen weer
werd gezocht naar
ogen zonder spijlen
wind rook naar de kamer
en een enkel wisseldeken
nog immer waait
hij over nachten en jaren heen
met schimmen, zo dichtbij als gister
aldoor slijpen zij dromen
in halfzijdigen
wrijven tussen hart en steen
eens als de adem zich vernedert
zal wellicht bevrijding komen
de kinderen, soms niet meer
dan een wimper van waarheid
van een oorlog die donker blijft
in een waterloze kast
vervloekt tot angst en felle strijd
geklemd tussen het klapwieken
en een pijn als ijzeren bast
*opgedragen aan Rob Spronk
Inzender: kerima ellouise, 1 april 2011
Geplaatst in de categorie: oorlog
Wat een fijne ode lieve mensen!