Mei maakt nog geen zomer
waarom warrelt wind
in niet aflatend tijdverdrijf
gedurig rond haar lijf
is ’t de winter die verzint
ijskoud door te breken
en het broze lentelied
te doden tussen ’t riet
de vliezen te verbleken
van ogen die klaarden
wanneer het zacht gezang
‘t kleine kind bedaarde
dat heistert in haar hoofd
zo koud, zo bang, zo bang
dat winter mei berooft
Geplaatst in de categorie: ziekte