VERLANGENDE BLIK
's Avonds loopt een kind peinzend achter het huis om,
ziet door zwarte boomkruinen het sterrenrijk:
hoge èn verzonken hemels binnen bereik
van één wijd, overweldigend vorstendom.
Benauwend klein is de wereld rondom,
glazen wanden onder duwende lucht gelijk.
Het ventje voelt zich ontmenst, onbelangrijk:
een wilde snoek in de goudvissenkom.
Hij wil omhoog zweven als een pluisje wol,
voorgoed kleven aan 't verste twinkellicht,
daar nieuw heelalgebeuren beleven.
Dan turen naar die woelige woekerbol.
Krijgt deze eens een vredig aangezicht,
dat samendenkt met het ruimteleven?
Geplaatst in de categorie: kinderen