Potdicht (2)
Waar ik zit, rolt het park,
hangen wielgeesten slierten ledlicht op.
Ze fietsen uit het bladerdak een scootmobiel voor jou.
Ze baardsappen op de meisjes, glossy glanzen.
Het blauwe glas beschijt ontboezemd
We laten Dionysos zijn broek, bezoedeld
Dan neem je jouw riedels uit de doos weg.
Later zit je op je bed, siliconen glijden langs ribben.
Mijn vingers duwen kieren die je achterliet de tocht in,
een kobolt legt me op zijn kast.
Jij vond de nacht al geslacht genoeg,
maar het druipt aan je pen.
Inzender: Guus Flater, Uitgevers GTX, 26 augustus 2011
Geplaatst in de categorie: literatuur