Ruisend riet
Aan den blanke waterkant
waar kleine bloemkens bloeien
daar hoort men het ruisend ranke riet
dat daar stil van kleur verschiet
door voortdurend schroeien
van de warme zonnekant
stijlvol is zij hoog geheven
uit den koude grond
tot dat plots haar heer
met zoveel adem meer
blaast in het rond
en doet haar stengel beven
hij slaat haar heen en weer
met zijn brute kracht
doch als hij moe wordt van het getier
en hij lacht
richt zij zich op met al haar kracht
en wuift minzaam naar haar heer
jeugd gedicht 1956
geïnspireerd door Guido Gezelle
Inzender: Hannah Pierik Wolthuis, 27 augustus 2011
Geplaatst in de categorie: natuur