BOOTVLUCHTELING (2)
Hij droomt van vuur en van geweld
Schrikt wakker midden in de nacht
Zijn vrouw en kind zijn afgeslacht
Hun os ligt op een knekelveld
Hij moet eruit wordt hem verteld
De frisse lucht in voor wat kracht
Het kleintje kraait, spartelt en lacht
Ze gaan en staan al snel versteld
Die frisse tintelkou, dat wit
Zodra hij op een parkbank zit
Is daar een grote, dikke man
Hij tilt hen op een hoger plan
Hij koopt een feeënjurk voor haar
Sinds kort is ook hij weduwnaar
Geplaatst in de categorie: literatuur