FRANCOISE D’AUBIGNÉ
Ik ben geboren in gevangenschap
Omdat mijn vader iemand had vermoord
De dochter van de wacht had hem bekoord
Hij kwam vrij toen ik tien was, nam de stap
Naar Martinique te gaan, want hij zat krap
Maakte fortuin, gokte,’t was ongehoord
Tante Villette nam mij weer aan boord
Dat deed ze eerder, maar ik kreeg een klap
Toen ik weg- want verhuizen- moest
Naar Madame de Neuillant, van moeders kant
Ze eiste dat ik me zou gaan bekeren
Na veel vernedering hield ik me koest
Goddank nam Paul Scarron me bij de hand
Ik was dan Rooms, hij kon het tij nog keren
Geplaatst in de categorie: literatuur