schier
naamloos is de man en zonder vrienden
aangespoeld op schier een late gast
hij weet volstrekt niet meer waarvoor hij diende
som na som liep op het einde vast
zo’n mens is voor een tijd zichzelf tot last
zijn dagen krimpen groeiend is de nacht
vol wiekend licht dat steeds weer naar hem tast
hem slaat met witte regelmaat uit alle macht
maar dan ontwaakt een vogeltje dat lacht
dat opgewekt een jonge stem probeert
en opheft wat de nacht in hem bedacht
hij is het die de tegenstander keert
geen mens aan tafel heeft het ook gehoord
een stem heeft hem als enige bekoord
Eerste zondag van Advent, 2 december 2001
Gedenkdag van Jan van Ruusbroec, 1293 – 1381
De Ruusbroec-miniatuur in het handschrift K.B. Brussel, 19.295-97.
In deze gestileerde voorstelling zien wij een monnik (links) die Ruusbroec zal voorstellen met in zijn linkerhand een wastafeltje en in zijn rechterhand een griffel, bezig met het schrijven van een tekst. Hiertoe lijkt hij geïnspireerd te worden door de Heilige Geest, die in de symbolische gedaante van een (witte) duif rondvliegt - wat een bescheiden voorstelling van zaken is, de duif had ook op zijn schouder kunnen zitten met zijn bek in Ruusbroecs oor, zoals te zien op miniaturen van bijvoorbeeld paus Gregorius de Grote.
Rechts zien wij hoe een andere monnik, een kopiist, gezeten aan een schrijftafel, de tekst van een wastafel kopieert op een vel perkament. Aan hun beider voeten ligt het eindproduct: een codex, het met de hand geschreven middeleeuwse boek met een publieke functie. Het tafereel is geplaatst in een bosachtige omgeving, die het Rooklooster zal symboliseren, dat weggestopt lag in het Zoniënwoud ten zuiden van Brussel.
< http://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_van_Ruusbroec
Zie ook: http://www.facebook.com/abelstaring
Schrijver: Abel Staring, 2 december 2012
Geplaatst in de categorie: mystiek