Kerstnacht
Ik weet nog van de sneeuw en hoe het knerpte
onder onze banden. Mijn vader had zijn hand
over mijn moeders hand gelegd op het stuur,
of in haar rug, dan duwde hij haar voort.
De kerk, de school, ons huis: de hele wereld
lag toen nog in Haarlem-Noord. Het was de
nacht voor Kerst, maar donker was het niet.
De wegen en de daken waren wit, de hemel was
bezaaid met sterren. Toch keek ik eerder naar
de grond, waar achter mij een dubbel spoor
ontstond vanaf de kerk. Daar had ik alle kaarsjes,
alle ballen in de boom geteld, maar het geweld
der sterren liet ik: dat was onbegonnen werk!
Hun wemeling gaf me een duizeling, net als het
dubbele spoor: ik zag hoe daar het nu bevroor
in waar we net nog waren.. Ik bleef er heel
de weg naar huis naar staren en raakte niet meer
kwijt: het raadsel van wat ruimte is en tijd.
Geplaatst in de categorie: kerstmis