Uit de kast
De dichter verwekt de tekst in stilte,
verwerpt de kilte in z’n dicht, verbindt
zich met het vrouwelijke, bevlekt de
muzen, hij zingt het voort, belooft haar
eeuwig trouw, al lijkt dat kort, verkent
de verrukking van haar schoot en lende,
verdubbelt de hartslag, de uitputting
nabij, door kansen die ze hem bood,
zonder berouw en soms een beetje vrij.
Vervloekt onomwonden de schrijnende
onrust in de vruchtloze morgenstonden,
gehoon van de sater bij ironische manen
als weer geen vorm of toon gevonden is,
een nieuwe weg zal banen, ver bij hem
vandaan, komen beide seksen uit één koker,
animus en anima, dichter bij hem staan,
dan wordt geluk hem niet ontnomen
en is de ware poëzie weer uit de kast
gekomen, misschien ten tijde door
gewetenloze kraaien wordt begraven,
gelukkig ben ik dan al tijdig dood.
Geplaatst in de categorie: literatuur