Gevlogen
Als zij zich door de tuin begaf
schreed zij, zweefde zelfs
De glazen rinkelden niet eens
Zo zacht mee buigend was haar tred
bij het serveren van de thee.
Toen zij het dak afstofte
ontbrak trap en tree.
Het venster was gesloten.
Met een hand voor ogen tuurde ze.
Ze was sowieso naar boven georiënteerd
de laatste tijd.
Toch onverwachts
is zij vredig klapwiekend
weggevlogen.
Het raam stond op een kier.
Een pijnlijke constatering
dat door menselijk onvermogen
zij alsnog
voor een ruimer speelvlak heeft gekozen.
En ons beneden achterlaat
In de zwaarte van het bestaan.
Inzender: Ingrid Zalme, 13 augustus 2013
Geplaatst in de categorie: afscheid
Wat een prachtig gedicht waarvan het eind in weemoed meegelezen wordt.