Ik ben een oen.
Ik ben een oen
want ik dacht eerst:
die aardige man
die wil me aaien
hij trachtte mij te paaien
O, ik ben écht een oen
Gepakt heeft ie mij,
eerst heeft ie me helemaal geplukt,
en langs onderen flink gevuld
en daarna dichtgenaaid
Ik ben écht een oen!
Ik wordt nu niet bepaald
benijdt, want hij bleek nou nét
de man te zijn
die 's zondags altijd
in alle soorten vlezen snijdt
Ik ben een oen
ik ben écht een oen:
ik ben nu
de Kerstkalkoen.
Geplaatst in de categorie: kerstmis