Volheid
Het rook er zo naar bloem en gras en nat
en bloesem in de bomen
een slingerpad van scherm in berm
het koolzaad geel in 't groen als felle fijne franjes
daarin het fluitenkruid als tere kant
de kaarsen klaar van de kastanjes
het water met bosschages aan de overkant.
'k Beklom de steile trap
en zag uit raampjes van de vuurtoren
de weiden, dorpjes, bossen,
Brielle binnenwand'lend
werd 'k verwelkomd door geblaat;
er stonden lamm'ren op de wallen
die met z'n allen me bekeken
naast moeders die niet van hen weken.
Een korenmolen torende boven hen uit.
En alles stond recht op
beantwoord
door 't omhullen van de zachte lucht.
Geplaatst in de categorie: moederdag