Bouwer.
Hij bouwt een huis van afdekzeilen op een staketsel
van wilgentakken. Sjort met zekere hand zijn droom
in platte knopen vast. Hij wordt metselaar en legt
zijn onschuld in het fundament. Later zal hij treuren
maar vandaag bouwt hij het groot voor veel
straatmuzikanten en pleintjesspelers, voor dromers
zonder dak. Van de stammen schraapt hij de bast
en legt tapijten. Plukt in de tuin frambozen,
schept uit vrouwenmantels drank en vult zijn hoofd
met niets dan kind. Vanavond fluiten in de struiken
merels zijn wiegelied en houdt hij de wacht bij giraffen
en lieve knuffelberen.
Geplaatst in de categorie: kinderen