Schrijn.
’s Morgens vlecht hij de haren voor ze wakker wordt
in rode kroonblaadjes. Hij kan haar beter niet plukken.
Ze verliest haar bloei zo vlug. Wat nog maar pas ontplooit,
verwelkt al na de middag. Ze blijft gebrekkig overleven.
Waar haar zaad de aarde roert, zal het tijdloos rusten.
Ooit komt ze explosief terug op andere grond. ’s Avonds
balsemt hij en bouwt haar mausoleum. Hier mag hij traag
ademen. Het schrijn van klaproos draagt altijd haar kleur.
Geplaatst in de categorie: overlijden