ZINGTRANT
Sonnetten zijn een soort berijmde psalmen
Dacht ik toen ik de lade opentrok
Een boekomslag zette mij voor het blok
Ik hoorde weer het ouderwetse galmen
Ik rook weer mint, Eau de Cologne walmen
Het orgel dreunde en ik, zondebok,
Wist in mij weer een kleine jokkebrok
Ik deed alsof en dominee bleef talmen
Zoals apostelen naar voedsel visten
Hengelde David uit zijn harp een lied
Maar hoe dan ook, God bleef kortaangebonden
Ook dichters stoten tegen haverkisten
De een is voor de vorm, de ander niet
In Klinkdichten heb ik mijn heil gevonden
Hoewel het vrije vers ook uitkomst biedt
Kan ik niet tippen aan de humoristen
Geplaatst in de categorie: literatuur
Ach eindelijk weer eens een prachtig mooi sonnet
Met van die fijne humor, o zo ingetogen
Zo’n heerlijk vers zoals ze altijd van me mogen:
Net lippen krullend en niet brullend van de pret
En die twee extra regels wil ik graag gedogen
Voor zoiets schitterend neem ik hem af, mijn pet
Je Adriaan