Niemand ben ik niet.
Wie ik niet ben weet ik zeker.
U of anderen ben ik niet.
Ik ben ook echt niet geniaal,
hoewel ik hier niet zeker ben.
Een zoon van mijn vader ben ik.
Zelf twijfelde hij daaraan.
Wie ik wel ben weet ik bijna zeker.
Een huidzak met daarin wat botten,
ingewanden, zenuwen en wat bloed.
Grijze cellen in een ouwe hersenpan.
Een geest, die ik niet begrijpen kan.
Van primaten voel ik mij familie,
maar aapachtig ben ik, hoop ik, niet.
Wie ik wel ben is me nu wel duidelijk.
Dat ik iets of iemand ben.
Niemand ben ik zeker niet.
Geplaatst in de categorie: individu