Roestbeeld
Vijf tuinkabouters stonden stijf van schrik
Een grote steen die plofte keihard neer
Op het gazon, net naast de conifeer
Ze kregen ’t bijna aan hun rikketik
Verroest, zei ééntje die was omgedonderd
Het is een voetstuk voor dat bruin sculptuur
Zodat de hele buurt het ding bewondert
Men groef een gat –in ’t late middaguur
Er werd gepraat, er werd gekonkelfoesd
De tuinkabouters kregen ’t apezuur
Omdat ze hoorden wat de grond in moest
En op hun graf rust nu wanstaltig roest
Geplaatst in de categorie: kunst