Onder zeil
Langs de kust bezoek ik graag plekken
Waar een uitzicht lonkt
Verleiding op reclameborden ronkt
En aanzet om de bakens te verzetten
Het lijkt cliché en sleets
Maar in de haven is het altijd druk
Reisdoelen te over naar geluk
En dat herhaalt men steeds
Ik schuw de open zee
Het ongewisse zonder maat
Vooral bij ontij in de nacht
Toch bemerk ik van lieverlee
Dat er kade noch een buitengaats bestaat
En elk verhaal zichzelf ontkracht.
Geplaatst in de categorie: overig
met een vraagteken zitten.
Staat de titel daarom haaks
op couplet drie?
Wil de dichter nu wel of niet
naar zee?