inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 69.676):

Vaar Köbke

Vaar Köbke was de voerman
van een Beeker boerderij,
hij reed met paard en wagen
en deed aan toverij.

Hij had z’n ziel verkocht
om magie te mogen leren,
maar moest in ruil daarvoor
dan wel de duivel eren.
Het ging hem niet om geld,
om rijkdom, roem of eer;
hij wilde z’n makkers imponeren
en de meiden nog veel meer.
Vaar Köbkes paardenkar
vervoerde de zwaarste vrachten
en reed vele malen sneller
dan je zou verwachten;
zelfs de steilste helling
deerde z’n oude paardje niet,
omdat Vaar Köbke voor elk wiel
zeven duivels duwen liet.
Eens wilde hij met zijn vrienden
in Spaubeek naar de kermis toe,
maar zij moesten nog bonen binden;
wat veel werk is en gedoe.
Nu dat was geen probleem:
met een spreuk en een gebaar
maakte Vaar Köbke snel
het hele klusje klaar!

Al deze vreemde daden
kwamen ook de pastoor ten oor;
en die wilde graag voorkomen
dat hij een schaap verloor.
Meneer pastoor dacht bij zichzelf:
‘Die Köbke is geen kwaaie knul,
maar met zo’n verkochte ziel
is hij straks wel de lul.’
Hij liet Köbke komen biechten
en vroeg hem toen: ‘Hoe duur
is het je ziel terug te kopen,
te redden van het hellevuur?’
‘Als ik u, pastoor, vrijwillig
heen en weer naar Weert vervoer,
dan alleen, meneer pastoor,
geeft de duivel mij mijn ziel retour.’

En zo gezegd was zo gedaan,
ze zijn meteen naar Köbkes kar gegaan;
pastoor zat achterin, Vaar Köbke op de bok,
van voor geen paard maar een duvel die trok.
En met deze snelheidsduivel als peerd
werd het een woeste rit naar Weert:
ze stoven over straten, wegen, paden,
doodsbenauwd maar vastberaden,
hotsend, klotsend, bijna botsend,
misselijk maar nog net niet kotsend
kwamen ze met hun tweeën
heelhuids Weert binnen gereën.
Daar zei de duivel tegen meneer pastoor:
‘U kunt ook met de trein terug hoor.’

Maar die wilde daar niets van weten,
was Satans belofte niet vergeten;
hij zei tegen Köbke: ‘Rij naar huis, vlug,
dan krijg je je verdoemde ziel terug.’
Vaar Köbke keerde z’n kar met veel kabaal,
terug naar Beek, door de lucht ditmaal.
Zo vloog de wagen met onze helden
over dorpen, akkers, bossen, velden.
Maar de duivel liet de wind woest waaien
in de hoop dat die hen neer zou maaien;
hij riep regen op en donderkracht:
de wolken spuugden vuur die nacht.
De wagen met Vaar Köbke en de pastoor
slingerde, steigerde, maar vloog door,
door en door, verder naar het Zuiden
waar reeds de ochtendklokken luidde.
En met een enorme klap, mijlenver te horen,
knalde de wagen tegen Sittards kerktoren.
Verwond, verdwaasd en aangeslagen
herwon Vaar Köbke de macht over z’n wagen,
vloog verder naar Beek, door het helse weer,
en stortte daar dramatisch neer.

Een harde klap, een gapend gat,
maar, de hemel zij geloofd,
Vaar Köbke en de pastoor
leven nog, zijn slechts verdoofd.
Vaar Köbke heeft z’n ziel terug,
pastoor z’n missie is geslaagd:
hij heeft in deze helse nacht
niet voor niets zijn leven gewaagd.
Vaar Köbke leefde nog lang
stierf gelukkig een ‘goede dood’;
hij is nu in de hemel,
de duivel heeft het weer verkloot!

... Vaar Köbke is een volksverhaal uit Beek (L) waarin een tovenaar om zijn ziel van de duivel terug te krijgen met de dorpspastoor heen en weer naar Weert moet rijden. Ik heb dit verhaal in versvorm gezet. ...

Schrijver: Jack Stoop, 22 januari 2020


Geplaatst in de categorie: overig

3.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 52

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Maxim
Datum:
23 januari 2020
Mooi idee Jack!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)