inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 70.533):

De doorne eenkhoorn

Twaalf kleine eekhoorntjes
Zaten op twaalf kleine takjes.
En deze twaalf kleine doorntjes
Bestelden twaalf grote cognacjes.

“Hoe is het, Jaap?
Net uit de winterslaap?”
Hij trok zijn bek wijd open.

“Wat is er Piet?”
Piet is er niet,
Hij is al weggelopen.

De praatjesmaker
Kwam hier wel vaker.
Maar dat niemand hier
Zin had in vertier
Was echt een notenkraker.

Hij ging op pad
En naast zijn blad
Vond hij een publiek zwembad.
Hij maakt zich nat
En roept de moed.
Voordat de kat het doorhad,
Pakt hij de hoed,
Snel te voet,
Pompend bloed,
Voorbij de stoet
En groet de kat.
Jazeker, hij heeft de hoed van de kat gejat.

Die adrenaline
Werkt als cocaïne.
En zo rende hij
Als een bezige bij
In de nabije kantine.

Daar was het stil,
Het voelde kil aan
Hij wilde aan gil slaan, doch
Hield zijn wil staande nog.

Wat was er aan de hand?
Vanaf enige afstand
Probeerde hij te kijken
Naar al zijn gelijken.
Hij duwde eekhoorns aan de kant
En zag met grote letters in de krant:
“De boom van Eiken
Is aan het bezwijken.”

Hij was in de war
Liep naar de nabije bar
En bestelde een cognacje
Eenzaam op zijn takje.

Eén klein eekhoorntje
Zat op één klein takje.
En dit éne kleine doorntje
Stortte ineen als een zakje.

Schrijver: Mark Arntzenius, 7 april 2020


Geplaatst in de categorie: dieren

5.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 113

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)