En de lente werd een wurgslang
Ik zie de wolken
smaken weer naar softijs
En hoor de sprieten
schieten bommen bladgroen
Als een gulden vos
lig ik in het voorjaar
Zaden en pollen
maken stroop van het land
De liefjes wurgen
elkaar waanzinnig geil
Uit dat gevrij floept
een ei of druipt stampij
Langs de lippen en
de snuivende snoetjes
Die dan verzadigd
zweven, bevend storten
Op custard cakejes,
limoncello toetjes
Geplaatst in de categorie: jaargetijden