Mijn Osdorpse troubadour
''O, mooie buurvrouw...''
zong de buurman. Hij woonde verderop.
Ik kende zijn naam niet.
Ik gniffelde onder wit satijn en dacht,
Het vergt toch minimaal een luit
wil ik aan het raam verschijnen
Het bewegende gordijn
Een glimp bordeauxrood kant
Zijn overslaande stem, want
hoe kan ik beter
een aubade beantwoorden,
dan met Aubade?
Hoofsheid is een ernstig spel, maar
ik hou niet van spelregels.
Geplaatst in de categorie: liefde